Een ondervloer is nodig voor:
- Technisch juiste installatie
- Bescherming van de vloer
- Verbetering van de eigenschappen van de vloer (comfort)
Wat bepaalt de juiste ondervloer?
De EPLF (European producers of laminate flooring) geven een heldere richtlijn voor wat de juiste ondervloer is. De producenten van laminaat hebben eisen opgesteld waaraan een ondervloer moet voldoen:
- Eisen op basis van ondergrond/constructie
- Eisen op basis van gebruik
- Eisen op basis van akoestiek
Download de EPLF eisen:
Hierin worden waarden genoemd, om het meetbaar te maken. Men geeft minimumeisen en hogere eisen. Door op de waarden te letten is een goede inschatting te maken van de prestaties van een ondervloer. Hierdoor zijn ondervloeren dus ook goed te vergelijken, waarbij de toepassing een belangrijke rol speelt. Een voorbeeld is de isolatiewaarde. Een hoge isolatiewaarde kan nadelig zijn bij toepassing op vloerverwarming, maar gunstig als je juist optrekkende koude wilt isoleren.
Een ondervloer moet dus zorgen voor een technisch juiste basis van de vloer, de ondervloer beschermt de vloer en heel belangrijk: door een goede ondervloer wordt het leefcomfort verbeterd. Denk bij verbetering van het leefcomfort aan warmte-isolatie of geluidsdemping.
Graag helpen we detaillisten bij de keuze voor een slim assortiment ondervloeren waarmee alle toepassingsgebieden worden afgedekt en de juisten doelgroep wordt bereikt.
We bieden niet alleen het juiste assortiment maar ook ondersteuning in klantinformatie en promotiemateriaal.
DownloadenIn Nederland komt het voor, dat vloeren in een appartement een geluidreductie moeten halen van 10 dB (ΔLlin), gemeten volgens EN-ISO 10140/717-2. Voorheen werden deze metingen meestal gedaan bij TNO in Delft. Tegenwoordig verricht TNO Delft deze metingen niet meer. Mac Lean laat zijn metingen doen bij test-laboratoria in Duitsland of baseert zich op de door de producent verstrekte data.
De tweede waarde die in de EN-ISO 10140/717-2 genoemd wordt, is de ΔLw-waarde. Deze meestal hogere waarde wordt minder gebruikt door woningbouwverenigingen of verenigingen van eigenaren. Het zegt echter wel iets over de geluidsreductie. Naar verwachting zal deze waarde ook in Nederland bekender worden omdat de Europese (EPLF) richtlijn steeds algemener wordt.
Bij oudere bouw, waar vaak nog geen zwevende dekvloeren aanwezig zijn, is in het verleden veel nadruk gelegd op het verbreken van contactgeluid. Dit bereik je door een ondervloer met een lage densiteit te gebruiken. Het nadeel hiervan is dat ze voor de bewoner zelf minder goed dempen en zelfs vrij hol klinken. En doordat ze vrij zacht zijn, is er kans op beschadiging van de verbindingen van de vloeren. Ondervloeren met een hogere densiteit halen echter vaak geen 10 dB. Mac Lean maakt voor zijn product Isotac goud 10dB gebruik van innovatieve HD materialen. Dit product is daarom toonaangevend voor appartementen.
Geen vloer hetzelfde:
- de houtachtige vloer, welke veelal werd toegepast voor 1939;
- de holle baksteen of betonvloer, welke tot 1970 regelmatig werd
toegepast; - de massieve betonvloer, welke vanaf 1965 wordt toegepast;
- de verend opgelegde dekvloer, welke vanaf 1990 steeds vaker wordt
toegepast.
De situatie en regelementen kunnen nogal verschillen. Vraag daarom goedkeuring aan de VVE of woningbouwvereniging voordat u de ondervloer gaat toepassen. De informatie die wij beschikbaar stellen voor het product kunt u hiervoor gebruiken (bijlagen, downloads)
Heeft u meer vragen over dit onderwerp?
Onze adviseurs staan u graag te woord.
Ook voor vloerkoeling en vloerverwarming hebben wij de juiste ondervloeren in huis. De combinatie van vloerverwarming en vloerkoeling is tegenwoordig heel populair. De meeste soorten laminaat en lamelparket gaan prima samen met vloerverwarming. De isolerende eigenschappen van hout en laminaat zorgen ervoor dat dit wat trager zal opwarmen dan bijvoorbeeld een stenen vloer. Maar een houten vloer houdt deze warmte daarna ook weer langer vast. Dit wordt in veel gevallen zelfs als comfortabeler ervaren dan een plavuizen vloer.
In het algemeen is het zo dat de temperatuur van de vloerverwarming maar geleidelijk mag variëren om krimp en zwelling van het hout te beperken.
Vloerkoeling is ook mogelijk. Koude-opname is aan dezelfde randvoorwaarden gebonden als warmteoverdracht. Het is mogelijk dat door afkoeling van een ruimte met een hoge relatieve vochtigheid condensvorming kan ontstaan. Dit heeft niet zozeer gevolgen voor de ondervloer, maar wel voor de vloer zelf. Om dit te voorkomen moet er een condensvoeler op de verdeler of op de aansluitleiding worden geplaatst. Zodra er condens gemeten wordt, zal de koelinstallatie worden uitgeschakeld. Laat uw verkopers hier gericht naar vragen (de meeste moderne installaties werken op deze manier).
Warmteweerstand:
Bij vloerverwarming wordt meestal als vuistregel gehanteerd: Maximale warmteweerstand van de vloer (dwz ondervloer + bijvoorbeeld Laminaat) mag bij hoofdverwarming maximaal ca. 0.15 m²K/W zijn en ca. 0.20 m²K/W wanneer er sprake is van bijverwarming. (Laminaat is afhankelijk van de dikte tussen de 0.07 en 0.11 m²K/W)
Het is slechts een richtlijn en in overleg met de installateur van de verwarming kan hiervan worden afgeweken. Mac Lean heeft diverse oplossingen voor vloerverwarming en vloerkoeling. Dit zijn ondervloeren waarbij de warmteweerstand doorgaans lager is dan 0.05 m²K/W.
Een aantal vragen en onderwerpen die u kunnen helpen met de juiste keuze van uw
ondervloer:
- Houten ondergrond?
- Veel of weinig oneffenheden?
- Appartement, VVE, woningstichting?
- Betonnen ondergrond? Vloerverwarming?
- Koude ondergrond isoleren tegen optrekkende koude?
- Laminaat met kopse klikverbinding ( 5G ) leggen in appartement?
- Estrich vloer?
- Klosgeluiden van laminaat verminderen?
- Stabiele ondergrond? Vloerkoeling?
- Vochtige ondergrond?
- LVT, Laminaat, parket of vloerdelen?
- Milieuvriendelijk, vrij van schadelijke uitstoot?
- Drukvast?